Taalspelletje: uit hoeveel woordstukken bestaat een woord?

Woordkaarten benoemen:

Het laatste woordje is waterplas!

Nu gaan we ook springen in plassen..

We tellen de woordstukken en springen het aantal in plassen...

Juf tekent er op de grond:

Bladeren

Drie keer springen:bla-de-ren!

We koppelen het cijferbeeld er aan:

Nu zelf aan de slag...met je rug naar de kast...niet piepen zodat de juf weet of je dit al of niet kent!